Arend Verhoeff. Voor vele licentiehouders behoeft deze naam geen introductie. Maar voor die enkeling die zich nu achter de oren krabt: Arend zit in het bestuur van EPAL Nederland. Hij is haast zijn hele leven werkzaam geweest in de Hout en Emballagesector. Voor diverse bedrijven uit deze sector heeft hij allerlei functies vervuld. En zoals het gaat met energieke heren die niet stil kunnen zitten: kort na het ingaan van het verlangde prepensioen begon het weer te kriebelen. Inmiddels is Arend al weer jaren actief in het bestuur van EPAL Nederland. Soms als aanjager en soms als, laten we eerlijk zijn, manus van alles. Reden genoeg om hem eens uit te horen.
Lang geleden is Arend gevraagd om directeur te worden van de houtafdeling van een importhandel. De tocht door de professionele houtsector begon daar. “Ik regelde de import voor de productie van tomatenkistjes. Uit Spanje en Portugal. 40 miljoen per jaar. Voor eenmalig gebruik. Elk jaar weer. 40 miljoen.”
GAAT DAT DAN NIET KNAGEN? AL DIE VERSPILLING?
“Dat is inderdaad wel gaan knagen. Ik ben uiteindelijk een enthousiasteling geworden voor poolingsystemen. Ik mag eigenlijk wel zeggen dat ik tot de pioniers behoor van het hout-importwezen. Import voor pallets. Polen, Tsjecho-Slowakije, toen nog, de Baltische landen, daar importeren we nog steeds vandaan. Wit-Rusland, de Oekraïne, Rusland. Ik vergeet vast een land, of meer. Ik was in de laatste 15 jaren van mijn werkzame leven één week thuis, en een week in Oost-Europa. Allemaal voor pallets. Maar ik heb wel eens het gevoel dat ik eigenlijk het grote begin van de pallet pools gemist heb, van de ruilsystemen. De Europallet bestond al een paar jaar toen ik nog 40 miljoen tomatenkistjes per jaar liet maken, zonder pool of niks. 40 miljoen, voor eenmalig gebruik…”
NU ZIJN ER ZELFS VERSCHILLENDE POOLS
“Ja. Uiteindelijk hoop ik dat de Open Poolpallet het gaat winnen, maar dan moet er nog veel gebeuren. Het aloude convenant bijvoorbeeld, het convenant tussen EVO, FENEX en TLN uit 2011. Dat bestaat weliswaar, maar het wordt te weinig nageleefd. Daar staan duidelijke afspraken in, die tussen verlader en ontvanger gemaakt zouden moeten worden. Daarin
is palletruil een expliciete dienstverlening. De realiteit is vaak anders. De transporteurs laten zich ringeloren door hun klant. Die zijn, helaas, in de hele sector vaak de sluitpost. Die durven de grote broek dus niet aan te trekken, convenant of niet. Voor jou een ander. Maar er zijn bedrijven die successen boeken door dit aan te pakken, door dit te benoemen. S.T. vd Brink bijvoorbeeld, uit Ermelo. Die durft dat. En het werkt.”
MET ZOVEEL GESCHIEDENIS EN ERVARING HEB JE OOK EPAL ZIEN OPGROEIEN, OF NIET?
“Ja en nee. Epal was meteen al groot. En in die jaren ook wel met een te grote broek hoor. Naar de concurrerende pools toe. Maar de toon is wat gematigder nu, wat realistischer. En wat ik mooi vind is dat we met EPAL Nederland hebben bedacht om het eerste jaar van het lidmaatschap gratis te maken. Dat leverde ons wat nieuwe leden op. Dat heeft EPAL International nu overgenomen! Dat vind ik toch mooi. Dus in heel Europa is het eerste jaar gratis. EPAL is in die jaren toch wel volwassen geworden.”
HOE ZIET JOUW WERKDAG ER UIT? WAT IS EPALS VRAAG AAN AREND VERHOEFF?
“Ik doe van alles. Heel gevarieerd dus. En ik hou geen uren bij. We zijn bijvoorbeeld nu met callcenters bezig. Sta ik ineens te presenteren voor allemaal jongelui op een logistieke school. Nou, dat was leuk. Gaan we vaker doen. Door het hele land. Maar tevens hou ik de to-do lijsten actief die uit een bestuursvergadering komen. Ik heb dan contact met het secretariaat, zit dan mensen achter de broek, of pak t zelf op. Ik maak de nieuwsbrief. Laatst heb ik nog een fraudegeval afgehandeld.
Ik ga op visite bij aspirant-leden.”
GROEIT DE EPAL COMMUNITY?
“Waar ik in de eerste EPAL Stars nog zei dat het 10 voor 12 was als het gaat om nieuwe licentiehouders, merk ik nu dat die druk er wel af is. Het gaat nu dus beter dan toen, in 2018. We zijn best goed bezig. Call-centers benaderen bedrijven voor het vergroten van de merkbeleving. Maar ook constateren we andere dingen, verbeterpunten. Het Messor Callcenter merkt bijvoorbeeld dat EPAL als merk te weinig zichtbaar is. Er zijn te weinig mensen die weten dat de pallets maandelijks door Bureau Veritas gecontroleerd worden. Het gaat ook om veiligheid natuurlijk! Dikke stapels maken van beladen pallets van ongecertificeerd hout. Ik moet er niet aan denken wat daar mee kan gebeuren. Messor heeft ook gemerkt dat 75% van de gebelde bedrijven niet eens wéét dat er een hele organisatie achter die Europallets zit. Met kwaliteitsgaranties en noem het maar. En de kaart waarop licentiehouders kunnen zien wanneer een pallet gerepareerd moet worden? Daar zijn veel te weinig gebruikers van. We sturen er nu dozen vol het land door. Dus ja, we groeien, het gaat best goed. Maar er kán en moet nog heel veel gebeuren!”
IS DAT WEL EEN POSITIEF EINDSIGNAAL?
“Het gaat niet slecht. De bestuursleden constateren zelfs in de markt dat men vaker de vraag stelt: ‘Bent u wel licentiehouder?’ En dat is natuurlijk, naast het stijgende ledental, wel een positieve beweging. Dat zegt iets over het merkbewustzijn rondom EPAL. En dat hebben we nodig”
Dit is één van de artikelen uit de jubileum editie van de EPAL STARS, download de hele editie als pdf >>